Alles voor de tuin
12 en 13 april 1996
De Amerikaanse schrijver Edward Albee schreef het toneelstuk "Alles voor de tuin". Het toneelstuk werd in 1967 geschreven. Edward Albee staat bekend door zijn voorliefde om in de (schijn) fatsoenlijke wereld van de gegoede burgers te prikken. In het stuk "Alles voor de tuin" zie je waartoe een mens in staat is. De regie is in handen van Aaf Huijsman. Het stuk heeft drie bedrijven en de totale bezetting bestaat uit 11 spelers/speelsters.
Verhaal "Alles voor de tuin" :
Jenny en Richard wonen in een groot, duur huis. Ze hebben een zoon Roger. De jongen is op de kostschool en dat kost veel geld. Ze willen diverse dingen kopen, een broeikas, Russische wodka en een motormaaier en nog veel meer. Ze kijken naar hun vrienden, die zich alles kunnen veroorloven. Alles kost zoveel, ze komen telkens te kort - ze leven boven hun stand, maar ze verbeelden zich dat het niet anders kan. Om gelukkig te zijn, moet je in een mooi huis met een tuin wonen en lid zijn van een dure club. Jenny zou wel graag een baantje willen hebben om bij te dragen in de kosten, maar ze heeft geen opleiding gehad en Richard wil er niet van horen. Mevrouw Toothe komt langs. Zij is een eigenares van een exclusief bordeel. Zij biedt Jenny aan een paar middagen in de week bij haar te komen "werken". Jenny wijst het natuurlijk verontwaardigd af, maar als ze ziet hoe de madam letterlijk met geld smijt, gaat ze door de knieën. Een half jaar weet ze het te verbergen voor Richard, maar wat heeft ze tenslotte aan al dat geld als ze het niet uit kan geven? Dus vertelt ze het hem. Richard is diep geschokt, hij is razend . . . maar tenslotte capituleert ook hij. Dit gaat iets gemakkelijker wanneer blijkt dat al hun chique vrienden van de club op dezelfde manier aan hun geld komen. Alles zou dus in orde zijn als niet toevallig een ongetrouwde huisvriend, die regelmatig dronken is, op een feestje bij Richard en Jenny mevrouw Toothe herkent. Ze zijn allemaal bang dat hij het met zijn dronken kop op de club vertellen zal en ze proberen hem tegen te houden, vóór hij z'n mond voorbij praat. Maar dit gebeurt een beetje al te grondig - hij gaat dood. Op aanraden van de bordeelhoudster verstoppen ze het lijk. Het is de ironie van het noodlot dat deze Jack, die miljonair was, zijn geld heeft nagelaten aan Richard en Jenny.